De volgende ochtend staan we al vroeg op (voor mijn doen in elk geval!); we hebben een forse reis voor de boeg. Na het ontbijt laden we
de koffers op en in de auto.
|
Judah helpt ook bij het opladen van de auto |
|
In Malawi zijn de wegen nog behoorlijk goed |
Als alles goed vast zit vertrekken we. In Malawi zijn de wegen nog behoorlijk goed en kunnen we dus flink opschieten. Opvallend zijn de vele fietsers die hun handeltje hoog achterop stapelen en naar de stad brengen. Ook Malawi is een straatarm land en we passeren talloze dorpjes met schamele hutjes. Bij Lake Malawi gaan we de bergen in en slingeren we omhoog. We hebben geluk: de bavianen laten zich zien.
|
Dorpjes in Malawi |
|
De plaatselijke meubelboulevard |
|
Vervoeren doe je alles op je hoofd of achter op de fiets (torenhoog) |
|
De bavianen waren ons goedgezind |
|
De hoofdweg van de grens naar Lichinga (en het wordt nog erger...) |
Tot aan de grens met Mozambique gaat het allemaal voorspoedig over geasfalteerde wegen. Bij de grens verandert dat direct. Als er al asfalt is, dan zit het vol met grote gaten. Wat heeft het materieel hier te lijden! Je kunt wel zo rustig mogelijk rijden - dat doet Frank dan ook - maar je moet wel voor donker op de plaats van bestemming zijn. En dan te bedenken dat nu het regenseizoen voorbij is, anders is de boel zo ongeveer onbegaanbaar.
Bij de grens halen we eerst nog een paar blikjes drinken, want hierna komen we niets meer tegen om iets te kopen. Aan de grens moeten eerst de nodige stempels gehaald worden om Malawi uit te mogen; ze zijn gek op stempels. Uiteindelijk doet iemand de slagboom voor ons omhoog (met de hand uiteraard!) en betreden we het niemandsland tussen Malawi en Mozambique. Tot mijn verbazing treffen we ook daar tal van hutjes en bedrijvigheid aan. Hier verblijven tal van stateloze mensen. Na een paar kilometer gehobbel-de-bobbel weer een slagboom: de grens met Mozambique. Onder een rieten dakje zit een aantal mannen in uniform; hun taak is om de slagboom straks omhoog te doen. Gezien de drukte - hooguit een paar auto's per uur - heb je daar wel een man of 4 voor nodig... Eerst moeten we ons melden in het kantoor. Daar worden onze visa en de verblijfsvergunningen van Frank, Sandra en Judah gecontroleerd. Voor de zekerheid wordt gebeld met de chef; ze zien hier niet elke dag een stel Nederlanders met een in Brussel afgegeven visum voorbij komen. Brussel, waar ligt dat eigenlijk? Alles wordt netjes in een groot schrift opgeschreven en we mogen verder zonder dat de koffers open moeten. Pfff, dat is mazzel, anders hadden we de zo zorgvuldig op het dak vastgebonden koffers er af gemoeten en hadden ze natuurlijk alles doorgespit. Wij dus naar de auto, waarop een van de 4 mannen onder het rieten dakje vandaan komt om... ...niet meteen de slagboom open te doen, maar nogmaals naar de paspoorten te vragen, die mee te nemen en na een paar minuten terug te komen. Eindelijk gaat de slagboom open en zijn we in Mozambique!
|
Soms kun je beter geen asfalt hebben... |
|
De route van Lilongwe naar Lichinga |
Met nog zo'n 150 km voor de boeg stuiteren we over de 'weg'. Vakkundig slalomt Frank tussen de gaten en soms diepe kuilen door. Hij weet er toch zeker 90% te omzeilen. Van de overige 10% komen sommige best hard aan. Dit is gewoon rally rijden! Opvallend is dat overal veel volk op de been is. We passeren heel wat plekken waar men de was doet; soms staan ze gewoon in een plas op de weg hun kleren uit te spoelen. Daar zal het niet echt schoon van worden.
|
Het zelfgebouwde huis van Frank en Sandra |
|
Het dorpje Malimussi direct naast hun huis. Vooraan woont de toverdokter. |
De auto, die geleend is omdat hun eigen auto al weken in reparatie is, houdt het gelukkig prima, ondanks een versleten achterschokbreker. Doordat het aan de grens relatief vlot ging, zijn we even na vijven bij het prachtige zelfgebouwde huis van Frank en Sandra. Een huis dat ook in Nederland bepaald niet zou misstaan. Hun directe buren zijn de Yao van het dorpje Malimussi. Het huis biedt een mooi uitzicht op de omgeving. Wij krijgen een schitterende kamer ter beschikking; je zou je in een luxe hotel wanen...
|
Hotel 'Obdam' in Lichinga |
Die avond blijkt al direct dat de lokale bevolking Sandra goed weet te vinden en kan ze al weer op pad om een vrouw die zwanger is van een tweeling te helpen. Ze heeft een erg hoge bloeddruk. Samen met Els gaan ze naar hun hutje. De inschatting is dat het nog even gaat duren.
|
De 'steriele' ruimte; geen woorden voor... |
|
In dezelfde ruimte liggen - aan de andere kant van een muurtje - gewoon patiënten. |
Die nacht gaat Sandra weer naar haar toe om haar naar het ziekenhuis te brengen. Els gaat mee en kijkt haar ogen uit. Bij ons zegt men al wel dat een ziekenhuis de plek is om ziek te worden, hier is dat echt waar. Er is geen zorg om de mensen. Veelal moeten ze eerst betalen, anders laten ze je gewoon dood gaan. Zijn er bedden te weinig? Dan kruip je maar bij iemand anders erbij. Past prima...! Of je gaat op de grond liggen met je weeën. De meest basale kennis ontbreekt, lijkt het wel. Geen wonder dat de levensverwachting zo laag en de kindersterfte zo hoog is. De volgende ochtend horen we gelukkig dat een gezonde tweeling is geboren.